Schaatstechniek

Zoals jullie als geen ander weten is techniek van de hoogste prioriteit. Zo ook in het schaatsen, maar ook in de rest van je leven hè, stelletje Delftenaren dat we zijn. Er zijn methodes om ons weer technisch een stapje verder te kunnen helpen in de sport. Zoals deze pagina over schaatstechniek.

Aan de hand van de videobeelden die tijdens een schaatstraining zijn gemaakt kun je je eigen beweging analyseren. In het verleden deed de orakELS per persoon een persoonlijk gesprekje over de schaatstechniek en de puntjes waarop iemand de schaatstechniek kon verbeteren. We hebben hier als orakELS vaak over nagedacht of dit niet handiger kon. Het nadenken is gelukt en we denken een handigere manier te hebben om mensen beter te kunnen helpen met hun ontwikkeling tot een absolute topper. Bij deze presenteren wij, de videotraininganalysemethodespecialisten, de nieuwe methode.

Stap 1. Men geeft zich op voor de videotraining

Stap 2. Men zorgt er voor dat er camera op hen wordt gericht. Geprefereerde aanzichten:

– de derrière (zie onderstaande afbeelding)

– profiel (zie onderstaande afbeelding)

Stap 3. Men bemachtigd de beelden

Stap 4. Men start de analyse met lijntjes (kom op ha-ha, volwassen jongens…) en let op de volgende dingen.

We hebben een aantal lijntjes en opmerkingen gezet bij één van Nederlands meest indrukwekkende technische schaatsers Kjeld Nuis. Dit is even om een beeld te krijgen welk lijntje waarvoor staat. De techniek van het schaatsen begint in eerste instantie met een goede houding. Deze is vooral goed te analyseren in een zijaanzicht. Voor een goede houding letten we op de volgende punten:

–          De hoeken van de knieën 90 graden

–          De heupen naar voren gekanteld

–          De schouders in een ontspannen staat

–          De druk op de voet moet in het midden zitten

In het achteraanzicht kunnende volgende dingen worden geconstateerd:

–          De schouders en heupen zijn parallel aan de horizon

–          Het ijzer staat loodrecht op de horizon lijn

Dit zijn de punten waarop gelet wordt voor de houding. Mocht je bij jezelf nou zien in je eigen analyse dat je niet voldoet aan de hierboven genoemde criteria, dan zijn hier per onderdeel één of meerdere tips om dit te oefenen.

–          Voor hoeken van de knieën in 90 graden kan men in een reflecterend medium (bijv. een ruit of een spiegel) zichzelf analyseren. Door tijdens de schaatspas te letten op, tijdens de plaatsing van het been, het ‘diep’ te landen kan het probleem van ‘hoog’ zitten verholpen worden

–          Om de heupen naar voor en te kantelen moet men de onderste spieren van de buik aanspannen. Er zijn een aantal uitspraken die proberen te omschrijven hoe deze houding nou precies werkt.

  1.       Buikspieren aanspannen
  2.       Heupen kantelen
  3.       De anus naar de grond wijzen
  4.       Pik in het zijl duwen/naar voren
  5.       Alsof je op de wc gaat zitten
  6.       Staart tussen je benen door trekken

Enfin. Genoeg uitspraken, hierbij zou het  ook goed kunnen helpen om met een reflecterend medium te werken tijdens een droogtraining.

–          Schouders moeten niet naar voren, beneden of achter worden gedrukt. Er mag vooral geen spanning op staan. Vaak ziet men na de start dat de schouder krampachtig worden opgetrokken. Hierdoor genereert men minder druk op het ijs en wordt de afzet ook krampachtig.

–          Om te testen of de druk goed onder de voet is kan het volgende gedaan worden. Men neemt de schaatshouding aan. Over het algemeen is de druk in eerste instantie op de voorvoet. Door diep te gaan zitten en meer de kont naar achter te bewegen komt er meer druk naar de hak. Dit is te testen door de tenen op te trekken. Als dit mogelijk is de druk ver genoeg achter. In de ideale situatie zit de druk ergens tussen de hak en de boog van de voet. Ook de oriëntatie van het lemmet van de schaats kan worden getraind. Mocht het nou niet recht onder de voet staan kan het met een aantal dingen te maken hebben. De eerste optie is dat de kleine spieren in de enkel nog niet genoeg ontwikkeld zijn om de schaats goed onder de voet te kunnen positioneren. Een tweede optie zou kunnen zijn dat de schaatsschoenen niet genoeg steun bieden om met de voet en enkel het ijzer recht onder de voet te krijgen. Voor optie nummer 3 zou het kunnen liggen aan de positie van het het ijzer onder de voet. Door stabiliteitsoefeningen te doen op één been kan men de spiertjes in de enkel trainen. Door op een oneffen of zachte ondergrond (bijv. Een matras) te gaan staan op een voet worden de spieren al aardig uitgedaagd.

Nog wat andere tips om de houding van je zelf te kunnen controleren is of de neus-knie-teen zich in één lijn bevinden tijdens het schaatsen. In de plaatjes van het zijaanzicht is te zien dat er een stippel lijn door Ireen haar scheen is getekend. Als deze wordt doorgetrokken dan zal de lijn bij haar neus uitkomen. Hiermee kan gecheckt worden of je genoeg voorover of achterover hangt.
Bon. Dit was even in het kort de houding en de tips die we konden geven.

Vanuit de schaatshouding die hierboven is beschreven kunnen we nu doorgaan naar de schaatsbeweging en daarbij bestaat de schaatsbeweging uit 3 fases; de inzet-, afzet- en bijhaal- / glijfase. Hieronder zijn 3 afbeeldingen; het vooraanzicht, het zijaanzicht en het afgelegde pad van de schaats. De kleuren van de aanzichten komen overeen met de fases van het pad dat de schaats aflegt.

De inzetfase:

De inzetfase is het inzetten van het been vanuit de glijfase waar het been wat ingezet gaat worden op dat moment ontspannen bij hangt. Bij het inzetten wordt het been uit de glijfase naar voren gebracht. Daarbij is het ook belangrijk om de heup tijdens de afzetfase horizontaal is of het liefst zelfs een klein beetje zakt naar de kant van het afzet been.

De afzetfase:

Bij de afzet is het belangrijk om veel mogelijk opzij af te zetten en want daar heeft de schaats de meeste grip omdat naar achteren de schaats alleen maar weg glijd. Daarbij is het ook belangrijk dat de hoek tussen het ijs en de schaats zo klein mogelijk is om maximaal gebruik te kunnen maken van de lengte van je benen. Zo kun je over de hele lengte dat je je been uitstrekt kracht op het ijs zetten en maximale snelheid genereren.

De bijhaal- / glijfase:

De bijhaal- / glijfase is de meest ontspannen fase van het schaatsen en daarbij is het de bedoeling dat je bovenbeen ontspannen onder je lichaam brengt. Vanuit de afzet breng je je been met een kleine bocht naar achteren en daarna onder je lichaam.