Sint en Piet zaten peinzend bijeen,
“Waarheen, o winterreis, waarheen?”
Ze streefden naar horizon, oneindig en puur,
Maar de weg bleef geblokkeerd, geen pad was zeker of duur.
De stoomboot, die ploegde door ijs en kou,
Een barre tocht, maar vol goede trouw.
Want voor de ELS-leden, zo lief en zo trouw,
Wilden ze vinden de perfecte berghoud.
Zal het lukken, het raadsel te breken,
Een cadeau dat ieders hart laat spreken?
Komt Sint op tijd, met een plek vol pracht,
Om te vieren samen, diep in de winternacht?
Kom toch kijken, wees erbij,
Op vijf december, klokslag tijd.
In de Klok, waar het wonder gebeurt,
Om tien uur wees gegroet, wees getreurd.
Maar als je vastzit in ijs en kou,
Niet getreurd, we denken aan jou.
Om elf uur komt alles online te staan,
Zodat je de magie toch mee kunt gaan.